dinsdag 2 september 2014

Hoop in een gebroken wereld

stronk die uitloopt
Hoop ... Een woord, dat we vaak horen in deze roerige tijden. Hoop ... Het is een soort reddingsboei. Je ergens naar uitstrekken, zonder dat je het nog ziet. Maar, je bent er van overtuigd, dat het er is. De Bijbel zegt het zo: "In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien?" (Romeinen 8:24) 

Hoop betekent dus vooruit kijken. Maar daar gaat wel het nodige aan vooraf. Aan hoop ligt een bepaalde overtuiging ten grondslag, namelijk: geloof. "Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien." (Hebreeën 11:1) Geloof is dus de basis. Maar ook aan geloof gaat weer iets vooraf. Het wordt mij uit genade gegeven. "Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar het is een geschenk van God." (Efeziërs 2:8) 

God heeft mij gered door Zijn Zoon. Jezus stierf aan het kruis en overwon het kwaad. Maar Jezus stierf daar niet alleen! Met Hem stierf ook ik! "Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde." (Romeinen 6:6-7) Het is voor mij als mens niet te bevatten! Maar ook daarin is God mij te hulp geschoten. Hij gaf Zijn Geest om mij dit alles te laten begrijpen en mij er van te doordringen, dat dit echt voor mij is! "De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister. (Romeinen 8:16-17)

Dank zij Christus ben ik dus van mens zónder hoop veranderd in een mens mét hoop. De Geest werkt het geloof in mij om dat ook echt te zijn. "Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig." (Romeinen 5:2) Zo mag ik uitgetild worden boven de aardse werkelijkheid en steeds meer zien van Gods werkelijkheid in het geloof dat die werkelijkheid eens de enige werkelijkheid zal zijn die ik ken. 

Tot die tijd is er echter ook nog die andere werkelijkheid: mijn aardse menselijke bestaan.  Een werkelijkheid waarin ik nog zo veel gebrokenheid zie en ervaar. Een werkelijkheid die zo ver af staat van Gods werkelijkheid! En hoe meer Christus in mij zichtbaar wordt (2 Kor. 4:10) en de Geest mij naar Zijn beeld verandert (2 Kor. 3:18), hoe meer ik oog zal krijgen voor die gebrokenheid en ellende. Zo lees ik bijvoorbeeld over Jezus: "Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder." (Matteüs 9:36) "Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen." (Romeinen 8:20) 

Wanneer ik Jezus navolg, wanneer ik kijk met Zijn ogen, kan ik niet negeren wat ik om mij heen zie! Sterker nog: Het is mijn opdracht om de boodschap van hoop te brengen. Zoals er door Christus weer hoop voor mij is, is er hoop voor de hele schepping. "Maar ze (de schepping) heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt." (Romeinen 8:20-21) 

Die boodschap van hoop kan ik echter alleen laten klinken door diezelfde ellende heen. Hoop bestaat niet zonder ellende. Paulus zegt: "We prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop." (Romeinen 5:3-4) Het kwaad brengt ellende in de wereld, maar God gebruikt dat tegelijkertijd ook weer om hoop te brengen. En daar wil Hij mij, als leerling van Jezus, voor gebruiken. Het brengt mij juist alleen maar dichter bij God. Daarom kan Paulus ook zeggen: "We prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop." (Romeinen 5:3-4)

Juist die ellende brengt het beste in mij naar boven! En daarmee kom ik weer bij dezelfde tekst als in het begin: "Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien." (Hebreeën 11:1) Alleen door het geloof, dat mij geschonken is, kan ik begrijpen dat ik ondanks alle gebrokenheid en ellende tóch hoop mag hebben; nu al! Want ik weet dat mij een gouden toekomst te wachten staat. 

Dat betekent niet dat ik altijd maar blij en vrolijk ben. En het kan soms voelen alsof God heel ver weg is! "Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’" (Psalmen 42:4) Je zou de mensen haast gelijk geven! Maar ... In geloof, door Zijn Geest,  geeft God mij dan toch weer kracht om mijzelf op richten. "Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt." (Psalmen 42:12) Hij is er altijd, dwars door elke gebrokenheid heen! 

De hoop waar de Bijbel over spreekt, is daarmee van een heel andere orde dan de wereldse hoop.  Er is geen sprake van 'maar afwachten wat het wordt', maar van 'zeker weten'. Geloof gebaseerd op Gods genade buigt onzekerheid om in zekerheid. En daarmee wordt het een bron van leven! Wanneer ik midden in de gebrokenheid getuig van wie God is en wat Hij doet, dan wordt daar doorheen voor mij zelf en voor anderen nieuw leven zichtbaar. "Almaar onvervulde hoop maakt ziek, vervuld verlangen is een levensboom." (Spreuken 13:12) Een prachtige verwijzing naar de Levensboom in het paradijs! Voor de in zonde gevallen mens moest God de toegang tot deze boom blokkeren. Anders zou het kwaad voor eeuwig zegevieren. Maar nu heeft Christus het kwaad overwonnen en is er weer hoop! Christus zelf is de Levensboom voor ieder die in Hem gelooft. Herstel en nieuw leven voor een gebroken wereld.

Zelfs op momenten, dat er voor het menselijke oog geen enkele grond voor hoop meer te zien is, kan ik in geloof tóch vaste grond vinden. Zoals Job zegt: "Voor een boom is er altijd hoop: als hij wordt omgehakt, loopt hij weer uit, er blijven nieuwe loten komen. Al wordt zijn wortel in de aarde oud, al gaat zijn stronk dood in de grond, zodra hij water ruikt, bot hij weer uit en vormt twijgen, als een jonge scheut." (Job 14:7-9). Jezus Christus, het Levende Water, is de bron van nieuw leven! Jesaja profeteerde over Hem: "Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei." (Jesaja 11:1) Toen er geen enkele reden voor hoop meer was, omdat mensen God vergeten waren, liet God zien dat Hij Zijn kinderen nooit vergeet!

En zo kan ik midden in de gebrokenheid en ellende toch zeggen: "Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd. Goed is de HEER voor wie hem zoekt en alles van hem verwacht. Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt." (Klaagliederen 3:22-26) En door daarvan te getuigen, mag ik door de Geest, in geloof en uit genade mag ik een klein twijgje zijn van hoop. Als leerling van Jezus hoop brengen in een wereld in nood. Hij verlaat niet wat Zijn hand begon!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten