maandag 23 maart 2015

Onderwijs en geestelijk leiderschap zijn van levensbelang

onderwijs en geestelijk leiderschap onmisbaar
Ik heb een periode gehad in mijn leven, waarin ik letterlijk werd overspoeld door mijn omstandigheden. Gebeurtenissen die als golven over me heen sloegen en me omver wierpen. Tot ik uiteindelijk geen kracht meer had om op te krabbelen en alles donker werd. Een laatste kreet: God waar bent U? Ik kan niet meer! Help me dan!

Misschien was dat ook het gevoel, dat Jezus in de ogen van de mensen zag. "Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder." (Matteüs 9:36) Zeker, Jezus zag ook hun ziekte, blindheid of bezetenheid. Velen waren al door Hem genezen en bevrijd. Maar Jezus kijkt vérder dan de omstandigheden van deze mensen. Hij ziet dat ze speelbal geworden zijn van hun omstandigheden, omdat ze iets missen in hun leven. 

Deze mensen missen een herder. Een herder is onmisbaar voor de schapen. Op verschillende plekken in de Bijbel komen we kenmerken tegen van een herder:

Hij zorgt, dat het de schapen aan niets ontbreekt. (Psalm 23:1)
Hij laat de schapen uitrusten op plaatsen waar voldoende te eten is. (Psalm 23:2)
Hij zorgt dat de schapen op een veilige plek kunnen drinken. (Psalm 23:2)
Hij leidt de schapen langs een veilige route. (Psalm 23:3)
Hij houdt gevaar op een afstand. (Psalm 23:4)
Hij houdt de schapen bij de kudde. (Psalm 23:4)
Hij moedigt schapen aan, die niet meer verder kunnen. (Psalm 23:4)
Hij draagt de schapen wanneer dat nodig is. (Psalm 28:9)
Hij leidt de schapen met vaste hand. (Psalm 78:72)
Hij prent de schapen zijn woorden in (Prediker 12:11)
Hij brengt lammeren bijeen, koestert ze en brengt hen zorgzaam bij hun moeder. (Jesaja 40:11)
Hij gaat op zoek naar schapen die verdwaalt zijn. (Ezechiël 34:12)
Hij scheidt de schapen van de bokken. (Matteüs 25:32)
Hij geeft zijn leven voor de schapen. (Johannes 10:11)

Schapen zonder herder moeten dat allemaal missen. Ze zijn op zichzelf aangewezen. Ze zijn voortdurend in levensgevaar vanwege gebrek aan eten of drinken, gevaarlijke weggetjes of de vele roofdieren. Nooit zullen ze rust vinden. En dat is precies de situatie die Jezus aantreft. Mensen die "uitgeput en hulpeloos" zijn. Hoe zouden zij ooit staande kunnen blijven wanneer zij met verdrukking te maken krijgen? 

profetieën
Ik geloof, dat de woorden die Matteüs en Marcus gebruiken om het gevoel van Jezus te beschrijven niet toevallig zijn. Het is heel aannemelijk, dat Jezus het zelf zo onder woorden heeft gebracht. Jezus kende namelijk de profetieën!

Precies dezelfde woorden zijn ook gebruikt door Micha: "Ik zag Israël verspreid over de berghellingen, als een kudde schapen die geen herder heeft. De HEER zei: “Ze hebben geen aanvoerder, laat ieder in vrede naar huis terugkeren.”’ (1 Koningen 22:17, 2 Kronieken 18:16) Een profetie met een dubbele betekenis. Enerzijds letterlijk: Achab, de koning van Israël zal sterven waardoor het volk geen leider meer heeft. Anderzijds figuurlijk: God dienen is een formaliteit geworden. Men volgt bepaalde voorschriften nog wel, maar is niet echt op God gericht. Wel religie, maar niet het zoeken van Gods hart. Geestelijke leiding en onderwijs ontbreken. Zij die de mensen voor moeten gaan, zijn op zichzelf gericht in plaats van op God gericht. De profeten laten God spreken, in plaats van dat God hén laat spreken. 

Ezechiël zegt later namens God: "Zo waar ik leef – spreekt God, de HEER –, mijn schapen hadden geen herder, ze werden weggeroofd en door de wilde dieren verslonden; en jullie, herders, keken niet naar mijn schapen om, jullie hebben alleen jezelf geweid maar niet mijn schapen!" (Ezechiël 37:8) Het gevolg hiervan is, dat Gods volk is afgedwaald. Ze moeten zichzelf redden en vormen een gemakkelijke prooi voor Gods tegenstander. 

God dank, dat het daarmee voor Hem niet voorbij is! "Dit zegt God, de HEER: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen. Zoals een herder naar zijn kudde op zoek gaat als zijn dieren verstrooid zijn geraakt, zo zal ik naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden, uit alle plaatsen waarheen ze zijn verdreven op een dag van dreigende, donkere wolken. Ik zal ze uit alle volken terughalen en uit alle landen bijeenbrengen, ik zal ze naar hun eigen land laten terugkeren. Op de bergen van Israël en bij de waterstromen zal ik ze weiden, overal in het land waar mensen wonen. Ik zal ze laten grazen op een goede weide, ook hoog in de bergen van Israël zullen ze gras vinden; op Israëls bergen zullen ze rusten op groen grasland en in een grazige weide. Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten – spreekt God, de HEER. Ik zal naar verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken – maar de vette en sterke dieren zal ik doden. Ik zal ze weiden zoals het moet." (Ezechiël  34:11-16) 

God zal de verloren schapen van Israël terug brengen. En Hij vertelt er ook bij hoe Hij dat zal doen! "Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn. Ik, de HEER, zal hun God zijn, en mijn dienaar David hun vorst. Ik, de HEER, heb gesproken." (Ezechiël 34:23-24) Er zal een nieuwe koning komen uit het huis van David: de Zoon van David, Gods eigen Zoon. 

geestelijke nood
En vele jaren later staat Jezus daar voor de mensenmassa, "uitgeput en hulpeloos, als schapen zonder herder." Het raakte mij toen ik tot me door liet dringen wie hier voor Jezus staan. Niet zomaar een mensenmassa, maar Joden! Gods eigen volk! Hoe heeft het zover kunnen komen, dat ze massaal hongerig en dorstig voor Jezus staan! Geestelijke nood onder het volk van God. Jezus kent hun moeiten en hun zorgen. Hij weet hoe verloren ze zich voelen. Jezus doet wat de leiders van het volk hadden moeten doen. Eerst heel concreet: Hij geneest de zieken, mensen die prooi zijn geworden van satan redt Hij, mensen die het spoor bijster zijn zoekt Hij op.

En de vraag die vervolgens ook bij mij op komt: Wat als Jezus bij mij in de kerk of één van de vele andere kerken op het podium zou gaan staan. Wat zou Hij zien? Zou Hij ook ons zien als"uitgeput en hulpeloos, als schapen zonder herder"? En zo ja, wat zou dat zeggen over mij, over de gemeente, over de geestelijke leiders?

Terug naar de Joden. De mensen stromen toe! Ze denken: 'Als ik genezen ben, dan komt alles weer goed. Als ik weer kan zien, dan heeft mijn leven weer perspectief. Als ik bevrijd ben van de demonen die mij kwellen, dan heb ik zelf alles weer in de hand.' De mensen hunkerden naar het onderwijs van Jezus en naar herstel van hun omstandigheden. En wanneer Jezus daar in voorziet, neemt het enthousiasme toe. De mensenmassa vermenigvuldigt zich. Jezus kon het en Hij deed het ook. Maar een goede herder doet meer! Jezus ziet hun geestelijke honger en dorst! "Hij voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig." (Marcus 6:34) Jezus gaat terug naar de basis en geeft de mensen langdurig onderwijs. Wat van vader op zoon doorverteld had moeten worden, waar de priesters en de Levieten in voor hadden moeten gaan, wat de profeten hadden moeten profeteren, de geestelijke leiding die de leiders van het volk hadden moeten geven, dat pakt Jezus nu op. En zo is Hij als Goede Herder tegelijk profeet, priester en koning. 

onderwijs
"De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was." (Lucas 19:10) En daarbij heeft Jezus allereerst oog voor hun omstandigheden. Hij zoekt op wie is afgedwaald, Hij haalt ze terug, brengt ze in veiligheid en geeft hen onderwijs. Redding is er alleen wanneer je je toevertrouwt aan de Goede Herder en voegt bij Zijn kudde. 

Mooi vind ik, dat dat later ook doorklinkt in de opdracht die Jezus Zijn leerlingen meegeeft: "Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld." (Matteüs 28:19-20) Mensen bij de gemeente van Christus voegen door de doop en hen onderwijs geven totdat de Opperherder opnieuw zal komen om Zijn kudde in veiligheid te brengen. 

Zijn kudde opnieuw in veiligheid brengen? Dat heeft Hij toch al gedaan door hen te genezen, door hen te bevrijden, door hen onderwijs te geven? Daarmee is het verhaal toch compleet zou je zeggen. En in veel preken stopt het bij de boodschap dat Jezus kwam om wie verloren was te zoeken en te herstellen wat gebroken was. Maar dat is slechts het begin! Want als volgeling van Jezus krijg je het pas echt voor je kiezen! Je zult gehaat worden omdat je niet langer bij de wereld hoort. Jezus zegt: "Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie. Denk aan wat ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen; maar wie zich aan mijn woorden gehouden heeft, zal zich ook aan jullie woorden houden. Dit alles zullen ze jullie vanwege mij aandoen, want ze kennen hem niet die mij gezonden heeft." (Johannes 15:18-21)

geestelijke strijd
Jezus volgen staat niet los van geestelijke strijd. En dat zal ook alleen maar toe nemen naar mate de wederkomst van Christus dichterbij komt. In Openbaringen lees ik: "Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen." (Openbaring 15:10) Juist vanwege die standvastigheid en trouw is onderwijs noodzakelijk. Het is een onmisbaar onderdeel van discipelschap. Dat blijkt telkens weer uit de woorden van Jezus. Een paar voorbeelden uit Johannes 15: "Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren." (Vers 7) "Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. (vers 10) "Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb." (vers 14-15) 

Paulus schrijft: "Zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst,  de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. (Efeziers 6:10-17)

Ik ervaar zelf elke dag weer hoe belangrijk het is om dicht bij God te leven. Om Hem echt te leren kennen en dagelijks met Zijn Woord bezig te zijn. En ook hoe snel onrust, zorgen, verleiding of twijfel de kop op steken wanneer ik daarin verzaak. Satan is er als de kippen bij! Dat geldt voor mij persoonlijk, maar ik weet zeker dat dat ook geldt binnen bijvoorbeeld een kerkelijke gemeente. Wanneer verslapping optreedt, wanneer onderwijs vanuit de Bijbel verwatert of geestelijke leiding ontbreekt, daar is de kudde in gevaar! 

"Laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn." "Laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding." (1 Tessalonicenzen 5:6,8)   

1 opmerking:

  1. Dank je wel voor deze uitgebreide studie. Mooi dat jet de teksten en omstandigheden uit het Oude testament er ook bij haalt. Het hoort bij elkaar en vormt zo één geheel. Gelukkig slaapt en sluimert onze Goede Herder helemaal nooit.

    BeantwoordenVerwijderen