donderdag 8 oktober 2015

Wandelen met God

Wandelen met God
Over Henoch lees ik, dat hij "wandelde met God". (Genesis 5:24 HSV) In de NBV staat, dat hij "leefde in nauwe verbondenheid met God". Paulus zegt over hem: "Door zijn geloof werd Henoch naar elders overgebracht, om niet te hoeven sterven; hij werd niet meer gevonden, omdat God hem had weggenomen. Hij stond immers al vóór zijn opneming bekend als iemand in wie God vreugde vond." (Hebreeën 11:5) Zijn geloof is cruciaal! Zijn geloof was de basis om te kunnen "wandelen met God" en dat was voor hem een bron van zegen. "Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond." (Hebreeën 11:6)

Judas, de broer van Jacobus vertelt over Henoch, dat hij een profetie heeft uitgesproken. Judas wil de gelovigen waarschuwen. "Er hebben zich namelijk ongemerkt mensen onder u gemengd van wie het vonnis al lang geleden schriftelijk is vastgelegd: goddelozen, die de genade van onze God misbruiken als voorwendsel voor losbandigheid en die onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen." (Judas 1:4) God zal deze mensen niet ongestraft hun gang laten gaan. Om dat duidelijk te maken haalt Judas onder andere een profetie van Henoch aan: "Zij zijn het ook over wie Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd heeft toen hij zei: ‘Ik zie de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen om over allen zijn vonnis uit te spreken; alle goddeloze zondaars zal hij veroordelen voor alle goddeloze daden die ze in hun goddeloosheid bedreven hebben en voor de harde woorden waarmee ze hem hebben beledigd.’ Ze doen niets anders dan zeuren en zagen, ze laten zich leiden door hun begeerten, brallen maar wat en praten anderen naar de mond om er zelf beter van te worden." (Judas 1:14-16) Binnen de intieme relatie die Henoch heeft met God, geeft God hem inzicht in dingen, die voor anderen verborgen zijn. 

Het is mijn verlangen om Jezus te volgen. Om te wandelen met God. Dat heeft consequenties voor alles wat ik doe en niet doe, voor wat ik zeg of juist niet zeg, zelfs voor wat ik denk. Dat gaat met vallen en opstaan ... Jezus zegt daar over: "Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. (Johannes 12:24-26) Om Jezus te kunnen volgen moet ik los laten wat ik zélf belangrijk vind en vastpakken wat Hij belangrijk vindt. 

Bij Zijn eerste twaalf discipelen werd dat ook heel duidelijk. Hij vraagt ze om Hem te volgen en ze laten alles achter zich! Zo lees ik bijvoorbeeld over Petrus en Andreas: "Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem." (Matteüs 4:20) Ze laten hun netten, hun boot, het familiebedrijf, datgene waar ze de kost mee verdienden, achter om Jezus te volgen. Zo ook de andere leerlingen. En dat terwijl ze Jezus nog niet eens kenden en nog geen idee hadden wat hen te wachten zou staan! 

Als mens redenerend zou je hen voor gek verklaren! Alles en iedereen achter je laten om achter iemand aan te lopen die je niet eens kent? Waar moet je dan van leven? En wat als het allemaal een illusie blijkt te zijn? Je kunt toch niet zomaar alle schepen achter je verbranden en al je zekerheden achter je laten?

En nadat ze enkele jaren met Jezus opgetrokken zijn, lijkt het inderdaad mis te gaan. Wanneer Jezus gekruisigd wordt en sterft wordt het letterlijk donker in heel het land. Maar het wordt ook donker in het leven van de leerlingen van Jezus. Alles lijkt voorbij ... Was het dan toch een illusie? "Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is." (Lucas 24:21) Dit zijn de woorden van twee van de leerlingen, een paar dagen na het sterven van Jezus. Op dat moment weten ze nog niet dat het Jezus is tegen wie ze deze woorden spreken. En op dat moment beseffen ze ook nog niet, dat het sterven van Jezus, en Zijn opstanding daarna, juist hét moment van overwinning betekenen. Helemaal geen einde, maar juist het begin van nieuw leven!

Ik herken de gevoelens van de discipelen ... Soms lijken alle deuren dicht te gaan en is er nergens een open deur te bekennen. En dan heb je maar zo de neiging om je oude leventje maar weer op te pakken. Maar Jezus wijst een andere weg ... Jezus geeft de twee leerlingen, de Emmaüs-gangers, een stuk onderwijs. Stap voor stap neemt Hij hen mee door de Thora en de Profeten. En langzaam worden hun ogen geopend voor Gods werkelijkheid.

Paulus zegt: "Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’ God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God." (1 Korintiërs 2:9-10) God verlangt er naar om mijn ogen te openen. Om mij Zijn werkelijkheid te laten zien in plaats van mijn beperkte menselijke werkelijkheid. Het enige dat daarvoor nodig is, is Hem liefhebben! Dan komt Zijn Geest voor de geest van de wereld in de plaats. "Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken." (1 Korintiërs 2:12) Dan worden mijn ogen geopend voor wat eerst verborgen was.

En dat heeft grote gevolgen! Het betekent dat ik op een totaal andere manier naar mijzelf leer kijken, naar mijn leven, naar de mensen om mij heen en naar de gebeurtenissen in de wereld. Het leven draait niet meer om mijzelf, om wat ik wil en om mijn geluk hier en nu. "Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe." (Romeinen 8:8-9)

Ik leer dingen begrijpen, die eerst mijn verstand te boven gingen. "Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles beoordelen, en zelf wordt hij door niemand beoordeeld. Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij hem zou kunnen onderwijzen?’ Welnu, onze gedachten zijn die van Christus." (1 Korintiërs 2:14-16) 

Dat is nogal wat, wat Paulus hier zegt! 'Onze gedachten, zijn die van Christus.' Hij heeft het niet alleen over zichzelf, maar over 'ons'. Ook de mensen tegen wie hij spreekt dus. Met 'ons' doelt Paulus op hen die door de Geest van God opnieuw geboren zijn. Titus spreekt in dit kader over "de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten." (Titus 3:5-6) 

Kijken zoals Jezus, gedachten van Christus. Het kan alleen door Gods Geest in mij. En juist daarom zal mijn relatie met Hem voor alles moeten gaan. Dat vraagt om keuzes maken, om tijd, aandacht, Bijbelstudie en gebed. Alleen zo kan ik één zijn met Christus. "Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft." (1 Tessalonicenzen 5:16-19) En wanneer ik dat doe wordt Christus meer en meer zichtbaar in mij. In wat ik doe en niet doe, in wat ik zeg en wat ik niet zeg. "Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij." (Galaten 2:20)

God dank voor Zijn goedheid en genade! "Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft, zelfs in de nacht spreekt mijn geweten. Steeds houd ik de HEER voor ogen, met hem aan mijn zijde wankel ik niet. U wijst mij de weg naar het leven: overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde." (Psalm 16:7-8,11)

God wil mijn leven veranderen. Hij wil mij heiligen. Nu al! Zodat ik er klaar voor ben om Zijn Zoon te ontvangen. Dat is de zegen die Paulus ons mee wil geven: "Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus." (1 Tessalonicenzen 5:23) Wandelen met God op weg naar de Bruiloft van het Lam!


2 opmerkingen:

  1. Amen, dat zijn de lessen die de Geest in ons binnenste ons leert en wil leren "Alles wat Ik tot u gesproken heb zal Hij u verkondigen"
    "Heer help ons, onszelf steeds meer willen te verliezen in U, amen."

    BeantwoordenVerwijderen