zondag 31 januari 2016

Wat merkt mijn naaste van mijn bewogenheid?

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan ... Een verhaal, dat Jezus vertelt aan een Joodse wetgeleerde. Een overbekend verhaal dat altijd aangehaald wordt wanneer het gaat om omzien naar je naaste. Toen we het vanmorgen lazen, werd mijn aandacht ineens gevestigd op vier woorden: "met innerlijke ontferming bewogen" (Lukas 10:33)

Een man is slachtoffer geworden van een roofoverval en ligt halfdood aan de kant van de weg. Even later komt er een priester voorbij; gezalfd voor zijn bediening. "Gezalfd om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen" en "gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart." (Jesaja 61:1) Maar helaas ... "toen hij hem zag, ging hij aan de overkant voorbij." (Lukas 10:31) Maar gelukkig ... Er komt ook nog een Leviet voorbij. Eveneens een geroepen dienaar van God met een speciale taak en, net als de priester, verantwoordelijk voor het onderwijs over en de uitvoering van de wet. Maar helaas ... "toen hij op die plek kwam en hem zag, ging hij aan de overkant voorbij." (Lukas 10:32)

En dan komt er een Samaritaan, een vijand dus! Als de priester en de Leviet het al af laten weten, dan zeker de Samaritaan! Maar ... "toen hij hem zag, was hij met innerlijke ontferming bewogen." (Lukas 10:33) Wat een contrast met de andere twee voorbijgangers! Alledrie zien ze hetzelfde, maar de priester en de Leviet kijken met hun ogen en de Samaritaan met zijn hart! De priester en de Leviet maken een keuze met hun hoofd, maar de Samaritaan met zijn hart.

"Met innerlijke ontferming bewogen" ... Het woord dat hiervoor gebruikt wordt in het Grieks betekent eigenlijk: 'in zijn ingewanden bewogen worden'. Ik moet hierbij denken aan een andere tekst: "Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien." (Johannes 7:38) Het gaat hier over "uit zijn binnenste". Het woord dat hiervoor wordt gebruikt in het Grieks wijst op de buik. Dat werd gezien als de plaats van de ziel, van je diepste gevoel en dus ook als woonplaats van de Heilige Geest.

Het zien van de halfdode man raakte de Samaritaan diep van binnen. Het raakte hem in zijn ziel! En als je geraakt wordt in je ziel, dan komt alles binnen in je in beweging! Innerlijke bewogenheid! Een gevoel waar je niet voor kiest, maar dat je overkomt! En vanuit die bewogenheid ziet de Samaritaan geen Israëliet, geen vijand dus, maar hij ziet een mens in nood!

"Met innerlijke ontferming bewogen" ... Ook Jezus wordt hier meerdere keren door 'overvallen':
  • "En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte, en was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken". (Matteüs 14:14)
  • "Ik ben innerlijk met ontferming bewogen over de menigte, omdat ze al drie dagen bij Mij gebleven zijn, en zij hebben niets kunnen eten; Ik wil hen niet nuchter wegsturen, opdat zij onderweg niet bezwijken." (Matteüs 15:32)
  • "En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgenden Hem." (Matteüs 20:34)
  • "En Jezus, innerlijk met ontferming bewogen, stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei tegen hem: Ik wil het, wordt gereinigd!" (Marcus 1:41)
  • "En toen Jezus het schip uit ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen. (Marcus 6:34)
  • "En toen de Heere haar zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over haar en zei Hij tegen haar: Huil niet!" (Lucas 7:13)
"Met innerlijke ontferming bewogen" ... Jezus zegt tegen Filippus: "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien." (Johannes 14:9) In de persoon van Jezus, in wat Hij doet, in wat Hij zegt, in alles zien we de Vader terug! Het is daarom ook niet toevallig, dat Jezus deze term ook weer gebruikt in gelijkenissen die gaan over Zijn Vader:
  • De gelijkenis van de onbarmhartige knecht: "En de heer van deze slaaf was met innerlijke ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt." (Matteüs 18:27)
  • De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan: "toen hij hem zag, was hij met innerlijke ontferming bewogen." (Lukas 10:33)
  • De gelijkenis van de verloren zoon: "En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem." (Lucas 15:20)
Jezus doet, wat Hij de Vader heeft zien doen! In een gesprek met de Joden zegt Jezus: "Ik spreek over wat ik bij Mijn Vader gezien heb; u doet dus ook wat u bij uw vader gezien hebt." (Johannes 8:38) En daarmee geeft Jezus een belangrijke sleutel voor de uitleg van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan! Voor de Joden met wie Jezus spreekt, is Abraham hun 'vader'. Maar Jezus wijst hen er op, dat ze er helemaal naast zitten! Ze zijn inderdaad het nageslacht van Abraham, maar in hun gedrag zijn ze dat niet! "Als u Abrahams kinderen was, zou u de werken van Abraham doen!" (Johannes 8:39) En Jezus gaat nog een stapje verder. Ook God is hun Vader niet! "Als God uw vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uit gegaan en gekomen." (Johannes 8:42) En vervolgens komt Jezus tot Zijn conclusie: "U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid." (Johannes 8:44)

Een keiharde en confronterende boodschap! Jezus laat hen de waarheid over hun toestand zien én vertelt hen de waarheid over Zichzelf! Maar in plaats van op hun knieën te vallen voor Hem, zeggen ze: "Zeggen wij niet terecht dat U een Samaritaan bent en door een demon bezeten?" (Johannes 8:48) Samaritanen zijn Joden die de ballingschap hadden weten te ontvluchten en zich vermengt hebben met andere volken (en godsdiensten). Ze werden gehaat door de Joden en beschouwd als heidenen. Vijanden zelfs. Wanneer ze Jezus horen spreken, dan is hun conclusie: Jezus is een Samaritaan! Zou Jezus aan dit voorval hebben gedacht toen Hij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelde? Het zou maar zo kunnen!

Net als de Samaritaan in de gelijkenis is ook Jezus zelf "met innerlijke ontferming bewogen" wanneer Hij naar de mensen kijkt. Waarom? Hij kijkt niet naar de buitenkant, maar Hij ziet hun nood! Hij weet wie hun vader is! Hij weet, dat ze ten dode opgeschreven zijn! En dat is precies waarom Hij op aarde is gekomen! Om de mensen te redden uit de handen van de dood, uit de handen van satan! "Als iemand Mijn woord in acht genomen heeft, zal hij beslist de dood niet zien tot in eeuwigheid." (Johannes 8:51) 'Wat jullie nodig hebben', zegt Jezus, 'dat is geloof! Geloven dat Ik de Messias ben, die gestuurd is door de Vader. En dat je gaat doen, wat Ik doe. Want dat is de wil van de Vader. Alleen door Mij kun je kind van de Vader worden.' "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Als u mij gekend had, zou u ook MijnVader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien." (Johannes 14:6-7)

Als ik Jezus zie, zie ik de Vader. Als ik Jezus' bewogenheid zie, zie ik de bewogenheid van de Vader! Jezus vraagt van mij twee dingen. Allereerst, dat ik geloof in Hem en Hem aanneem als Heer van mijn leven. Ten tweede, dat ik doe, wat Hij deed. "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen." (Johannes 14:12-14)

In geloof en door de kracht van de Heilige Geest binnen in mij, zal ik de werken doen die Jezus deed. En door de Heilige Geest zal ik "met innerlijke ontferming bewogen" worden, wanneer ik naar mensen in nood kijk. "De Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat ik u gezegd heb." (Johannes 14: 26) Of dat nu een mishandelde man langs de kant van de weg is, een broer of zus in nood, een vluchteling, een zieke of iemand die Jezus nog niet kent. Door de Heilige Geest staat mijn geest in verbinding met God. En wanneer ik vanuit die diepe relatie om mij heen kijk, zullen mijn ogen geopend worden voor alle nood om mij heen en zal ik doen wat Jezus deed. Dan ben ik niet langer "ziende blind" zoals de priester en de Leviet, maar "met innerlijke ontferming bewogen" zoals de Samaritaan!

Wanneer ik me laat leiden door de Heilige Geest let ik niet langer op de buitenkant, kijk ik niet alleen met mijn ogen en redeneer ik niet meer met mijn verstand. De Geest leert mij kijken met geestelijke ogen, kijken met mijn hart; een hart dat klopt voor en door Jezus! En dan kan het niet anders of ik kom in beweging! Ik zie niet meer een 'zieke, blinde of dove', maar dan zie ik een mens wiens leven aangetast wordt door de boze en dus stuur ik de boze weg en spreek ik in Jezus' Naam genezing uit! Dan laat ik iemand die eten nodig heeft niet aan zijn of haar lot over, maar zorg ik dat hij of zij te eten krijgt! Dan geef ik onderwijs aan hen die geestelijke honger hebben. Dan troost ik wie verdriet heeft. Jezus wordt meer en meer zichtbaar in mij! Zo wordt Gods Koninkrijk zichtbaar door mij heen.

Voordat Jezus de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelt, is er eerst de vraag van een wetgeleerde. "Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?" (Lucas10:25) Deze vraag is de werkelijke achtergond van de gelijkenis. De vraag "Wie is mijn naaste?" (Lucas 10:29) is een vervolgvraag. Eerst laat Jezus de wetgeleerde in spiegel van de wet kijken. Daarna in de spiegel van de praktijk. En de vraag die Jezus stelt is deze: 'Als jij in de spiegel kijkt, zie je dan liefde voor jezelf? Of zie je liefde voor God en voor je naaste?' De wetgeleerde is bezig met de vraag hoe hij het eeuwige leven kan beërven. Zijn leven, zijn godsdienstigheid, draait dus om hem zelf. Om zijn eigen redding in plaats van om liefde voor God en zijn naaste. Een dood lopende weg ...

Wie is de naaste geweest van de man die daar halfdood op de weg lag? "Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft" antwoordt de wetgeleerde. "Ga heen en doet u evenzo" is de opdracht van Jezus aan hem. (Lucas 10:37) Met deze opdracht herinnert Jezus de wetgeleerde aan de wet. In Exodus 20 stelt God Zichzelf voor als de God "Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen." (Exodus 20:6) Waar barmhartigheid zichtbaar is, daar is God zichtbaar!

Christus heeft de wet in mijn hart geschreven en heeft mij voorgedaan wat 'barmhartig zijn' inhoudt. En door Zijn Geest stelt Hij mij in staat om barmhartig te zijn, zoals Hij dat was. Er is maar één weg die naar het leven leidt: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij." (Johannes 14:6) En in wie loopt op die weg is Jezus zichtbaar. En de vraag is niet of ik Jezus in mijzelf terug zie, maar of die ander Jezus in mij terug ziet. Ervaart mijn naaste dat ik "met innerlijke ontferming bewogen" ben? En getuig ik over de Bron van die innerlijke bewogenheid? Komen er inderdaad "stromen van levend water" uit mijn binnenste?

Durf ik het mijn naaste te vragen?

2 opmerkingen: