zondag 26 februari 2017

Radicaal anders

Radicaal anders ... in tijden van verkiezingen hoor je dat regelmatig voorbij komen. De messen worden geslepen en één ding is duidelijk: zoals het nu gaat kan het niet langer! Het moet ánders! En hoe dat 'anders' er uit ziet, daarover verschillen de meningen nogal.

Ook Jezus ging de straat op met een boodschap van 'radicaal anders'. Tenminste zo werd het ervaren door de mensen. "En ze stonden versteld van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden. En zij waren allen verbaasd, zodat zij elkaar vroegen: Wat is dit? Wat voor een nieuwe leer is dit, dat Hij ook de onreine geesten met gezag bevel geeft en zij Hem gehoorzaam zijn? En het gerucht over Hem verspreidde zich meteen in heel de omgeving van Galilea." (Marcus 1:22,27-28) De boodschap van Jezus is niet alleen anders, het heeft ook autoriteit.

Een boodschap waarover Paulus schrijft: "Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen." (Hebreeën 4:12-13) 

Hoop
In eerste instantie vindt Jezus met Zijn boodschap veel gehoor. Het nieuws over Jezus gaat rond als een lopend vuurtje. Mensen komen van heinde en verre om Jezus te horen spreken. Urenlang kunnen ze er naar luisteren! Maar op een gegeven moment komt er een omslag: "Velen dan van Zijn discipelen die dit hoorden, zeiden: Dit woord is hard; wie kan het aanhoren? Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee." (Johannes 6:60,66) En het wordt nog erger! Als Jezus uiteindelijk gevangen wordt genomen, lezen we zelfs: "Toen verlieten al de discipelen Hem en vluchtten." (Mattheüs 26:56) Hier klinken de woorden door van Psalm 88:9: "Mijn bekenden hebt U ver van mij verwijderd, U hebt mij tot iets gruwelijks voor hen gemaakt; ik ben opgesloten en kan er niet uit komen." De boodschap waar iedereen voor uit liep, lijkt verstomd. Alle hoop lijkt verdwenen!

Ook in Psalm 88 klinkt die hopeloosheid: "Zou U wonderen doen aan de doden? Of zouden gestorvenen opstaan en U loven? Zou er van Uw goedertierenheid in het graf verteld worden, van Uw trouw in het verderf? Zouden Uw wonderen bekend worden in de duisternis, Uw gerechtigheid in het land van vergetelheid?" (Psalm 88:11-13) Vanuit menselijk perspectief allemaal onmogelijkheden. Maar niet voor Jezus! Alleen Hij was in staat om deze vragen met 'ja' te beantwoorden. Alleen Hij kon hoop brengen, waar geen hoop meer was!

De boodschap van Jezus stopte niet bij het kruis. Het ging verder, dwars door het graf heen, dwars door de dood heen. En dat maakt Jezus Zijn leerlingen duidelijk. Nadat ze eerst allemaal gevlucht zijn, lezen we dat ze daarna elkaar weer hebben opgezocht; verslagen om het verlies van hun Meester, alleen en vol verdriet. Maar dan verschijnt Jezus aan hen. Eerst aan de vrouwen, dan aan twee leerlingen die besloten hebben weer naar hun eigen huis in Emmaüs te gaan en tenslotte aan de hele groep. Jezus herinnert hen aan Zijn woorden en die van de profeten: "De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?" (Lucas 24:7,25-26) En dan geeft Jezus (opnieuw) een les Bijbels onderwijs: "En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was." (Lucas 24:27)

Van belofte naar werelijkheid
De dood heeft niet het laatste woord, maar Jezus heeft het laatste Woord! Sterker nog, Hij is het levende Woord! In Hem gaat wat geschreven en gesproken is in vervulling. Het evangelie van Jezus stopt niet, maar gaat verder. Er is leven na de dood! Aan de ene kant een hele oude boodschap, die al klinkt sinds Gods ingrijpen na de zondeval. "En Ik zal  vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen." (Genesis 3:15) Een boodschap die klinkt in de boeken van Mozes, in de profeten en in de geschriften, oftewel in heel het eerste testament en die in Jezus in vervulling gaan. Een boodschap van hoop! "Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden." (Romeinen 15:4) 

En tegelijk ook een nieuwe boodschap. Nieuw, omdat Jezus vervuld had wat Zijn Vader had beloofd. Hoop en redding is niet langer een belofte, maar werkelijkheid. En daarom spoort Jezus Zijn leerlingen aan om die boodschap te gaan vertellen. "Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen." (Mattheus 28:19) En dit keer hebben ze het wél begrepen. Dit keer blijven ze niet treurend achter; integendeel! "De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had,  opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God, maar zij  gingen overal heen om te prediken, en  de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden." (Marcus 16:19-20)

De boodschap van hoop moet klinken in de wereld. Niet de zonde, niet de ziekte, niet de dood, maar Jezus heeft het laatste woord! Dat alleen al is een radicaal andere boodschap. In de tijd van Jezus, maar ook nu nog. Want wie God niet kent, weet niet beter, dan dat ziekte en dood wel het laatste woord hebben. En als God niet het doel en de zin van het leven is, dan blijft er niets anders over als doel dan jezelf en het leven hier en nu. Er is dus een wezenlijk verschil tussen mensen die God kennen, oftewel een relatie met Hem hebben, en mensen die Hem niet kennen. Tussen mensen die met Christus begraven en opgestaan zijn (Romeinen 6) en mensen die dat niet zijn.

Radicaal anders
Paulus legt het aan de mensen in Efeze zo uit: "Dit zeg ik dan  en getuig ervan in de Heere,  dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is,  door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven. Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens  aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid." (Efeziërs 4:17-24) 

Wie met Jezus is gestorven, begraven en opgestaan is radicaal anders! Paulus noemt in Efeze 4 een heel aantal kenmerken: altijd de waarheid spreken, afrekenen met boosheid, de duivel geen plaats geven, niet stelen, letten op het taalgebruik en alleen opbouwende woorden spreken, de Heilige Geest de ruimte geven, vriendelijk zijn, barmhartig en vergevingsgezind. En niet omdat het moet, maar omdat dat je nieuwe natuur is in Christus! Als je een bent met Christus dan ben je radicaal anders. Je bent anders, je denkt anders, de spreekt anders, je doet anders. Wanneer een ander dit niet bij mij opmerkt, dan klopt er iets niet! Johannes noemt dit zelfs: liegen! "Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet." (1 Johannes 1:6) "Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet." (1 Johannes 2:4) 

Wie met Jezus is gestorven, begraven en opgestaan is radicaal anders! En de lat ligt heel hoog! "Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft." (1 Johannes 2:6) Wandelen zoals Jezus! Als ik zeg, dat ik met Jezus ben gestorven, begraven en opgestaan, dan kan ik mij niet langer verschuilen achter mijn oude bestaan. Ik kan mijn oude identiteit niet langer als excuus gebruiken. Doe ik dat wel, dan ben ik een leugenaar, zegt Johannes. Over een radicale boodschap gesproken ...

Geen compromissen
En Johannes gaat nog even door: "Wie zegt dat hij in het licht is en zijn broeder haat, die is tot nog toe in de duisternis." (1 Johannes 2:9) "Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is.  Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem." (1 Johannes 2:15) "Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend." (1 Johannes 3:6) "Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet,  want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is." (1 Johannes 3:9) "Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde." (1 Johannes 4:8) "Wij weten dat ieder die uit God geboren is, niet zondigt; maar wie uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze heeft geen vat op hem." (1 Johannes 5:18)

Johannes is heel zwart-wit. In de politiek worden allerlei compromissen gesloten, maar niet in het geloof. Als het gaat om 'christen zijn' bestaan compromissen niet. Het is of het één of het ander. Ik ben één met Christus of niet. Ik leef door de kracht van de Heilige Geest of niet. Ik heb een nieuwe identiteit of ik heb die niet. Ik kan niet zeggen, dat ik in Christus een nieuw leven, een nieuwe identiteit heb en ondertussen in mijn denken, spreken en handelen nog ruimte laten aan mijn oude identiteit. Want hoe kun je ruimte geven aan iets dat gestorven is?

Als mens houden we niet zo van zwart-wit, van radicaal ... Dat was in de tijd van Jezus zo en dat is nu nog steeds zo. Want radicaal zijn is confronterend, vraagt om keuzes. De Bijbel zet ons geestelijk gezien in ons hemd. Nogmaals de woorden van Paulus: "Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen." (Hebreeën 4:12-13) 

Wanneer ik de confrontatie aanga met het evangelie, dan blijft er niets over om me achter te verschuilen. Ik kan me niet verschuilen achter mijn oude identiteit. Met 'we leven nu eenmaal nog in een zondige wereld' kom ik niet weg. En ook niet met 'gelukkig hebben we een God die steeds weer opnieuw vergeeft'. Ook daar is Paulus heel duidelijk over! "Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?" (Romeinen 6:1) Het feit, dat God zonde wil vergeven, mag nooit een excuus zijn voor mij om er maar mee door te gaan of maar geen radicale keuze te hoeven maken. Want dan geef ik de Geest niet de ruimte. "Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen." (Galaten 5:25) 

Waarheid proclameren
Nu weten we uit de andere brieven in het tweede testament, dat we nog steeds geconfronteerd worden met zonde, met ziekte en met de dood. Satan blijft ons herinneren aan onze oude identiteit. "Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen." (Romeinen 8:36) Maar dat mag ik nooit als excuus gebruiken! In plaats daar van moet ik satan én mijzelf juist herinneren aan mijn nieuwe identiteit! Gods Woord, Gods Waarheid proclameren in de geestelijke wereld. "Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad." (Romeinen 8:37) "Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen." (Galaten 6:16) 

"Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens  met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven." (Romeinen 6:3-8) 

"Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid,  maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade." (Romeinen 6:9-14)

Jezus volgen is 'radicaal anders' zijn. De vraag is niet wat Jezus daarin nog moet doen, maar of ik bereid ben om daadwerkelijk met Hem te sterven, begraven te worden en op te staan in een nieuw leven. Heb ik daadwerkelijk het oude achter mij gelaten? God maakte voor de Israëlieten een pad door het water naar het beloofde land. Een pad voor éénmalig gebruik. Een enkele reis naar het nieuwe leven. En zo is het ook met mijn doop! Leef ik dit nieuwe leven? Leef ik werkelijk door de Geest? Leef ik uit de waarheid van God?

"En hieraan weten wij dat wij uit de waarheid zijn, en zo zullen wij ons hart voor Hem geruststellen. Want als ons hart ons veroordeelt, God is meer dan ons hart, en Hij weet alle dingen. Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon, Jezus Christus,  en dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij ons een gebod gegeven heeft. En wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft." (1 Johannes 3:19-24) Halleluja! Alle eer aan God!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten