Ik moest hier aan denken toen ik deze tekst las: "Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid." (Efeziërs 2:10) Al het goede dat ik mag doen, is door God al lang voorbereid. Alles staat al klaar, ik hoef het alleen maar aan de slag te gaan! God is mij al tien stappen voor! Heel concreet: Dat ik deze week met iemand in gesprek kwam over hoe God bezig is in mijn leven is mijn actie. Maar het is al lang door Hem voorbereid. Hij heeft het zo geregisseerd. Hij gaf ook de juiste woorden om te spreken.
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Wanneer ze jullie voor de synagogen en de autoriteiten en het gerecht slepen, vraag je dan niet bezorgd af hoe of waarmee je je moet verdedigen of wat je moet zeggen, want de heilige Geest zal jullie op dat moment ingeven wat je moet zeggen."(Lucas 12:11-12) Ze mogen er op rekenen als vaststaand feit!
Vertrouwen
Dat dat niet zo gemakkelijk is, zie ik al in het Oude Testament. God had Zijn volk het land Kanaän beloofd. Maar wanneer ze het land gaan verkennen, zien 10 van de 12 verkenners het niet zitten. "We kunnen dat volk niet aanvallen, het is te sterk voor ons." (Numeri 13:31) Mozes zegt hier later over: "Ze verkenden het land tot aan het Eskoldal en ontnamen de Israëlieten de moed om het land dat de HEER hun gegeven had binnen te trekken." (Numeri 32:9) Ze vertrouwen God niet op Zijn Woord. In hun ogen is het onmogelijk. Voor hen is het geen feit, maar fictie!
Naar de mens gesproken is het inderdaad een onmogelijke opgave. Maar de opdracht van God was: Neem in bezit wat ik jullie al heb gegeven. God heeft de strijd al gestreden en Zijn volk hoefde alleen maar het land in bezit te nemen. Gaan staan in de kracht van hun geloof in plaats van het verwachten van eigen kracht! Gods reactie liegt er niet om! "De woede van de HEER was zo hevig dat hij de Israëlieten veertig jaar in de woestijn liet rondzwerven, totdat die hele generatie, die gedaan had wat slecht is in de ogen van de HEER, gestorven was." (Numeri 32:13)
Geloof
De vraag die naar mij toe komt, is deze: Leef ik vanuit de feiten, oftewel vanuit wat God belooft, en ga ik staan in Zijn kracht of verwacht ik het van mezelf? En blijf ik ook in die feiten geloven wanneer de omstandigheden daarvoor geen enkele aanleiding geven?
Geloof ik, dat deze woorden van Paulus ook over mij gaan? "Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus." (Efeziërs 2:4-6)
Geloof ik Jezus, als Hij zegt: "Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken." (Johannes 6:54) "Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan." (Lucas 11:9-10) "Heb vertrouwen in God. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen." (Marcus 11:22-24)
Geloof ik Gods beloften voor mij? Vertrouw ik Hem op Zijn Woord? Dan betekent dat, dat ik altijd achter de feiten aan loop. Namelijk achter de feiten van Gods beloften. Hij heeft alle touwtjes in handen en is bezig met de uitvoering van Zijn grote plan. Hij regeert en ik mag in Zijn dienst staan. Het gaat niet om mijn verdienste, maar om Zijn genade! "Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt?" (1 Korinthiërs 4:7) "Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan." (Efeziërs 2:8-9)
Geleid door de Geest
Al het voorgaande kan ik alleen beamen, wanneer ik helemaal op God gericht ben, op wat Hij wil. Wanneer ik één met Hem ben. De Heilige Geest speelt daarin een belangrijke rol. Allereerst omdat ik door de Geest verbonden ben met Christus. Ik mag me met Christus vereenzelvigen! "Maar wie zich met de Heer verenigt wordt met hem één geest." (1 Korinthiërs 6:17) Wanneer ik geestelijk met Christus ben verbonden, heeft dat ook consequenties voor mijn lichaam: "Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam." (1 Korinthiërs 6:19-20) En tenslotte zal ook duidelijk worden,dat ik door de Geest anders in het leven sta: "Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘ Abba, Vader’. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister." (Romeinen 8:12-17)
Achter de feiten aan
God op Zijn Woord geloven, betekent dus achter de feiten aan lopen. Niet als slachtoffer van de omstandigheden, maar vertrouwend op Zijn beloften en Zijn regie. Mij laten leiden door de Geest en los laten wat ik zelf wil. Leven van wat mij geschonken wordt: het Levende Brood. Het geschenk aannemen, dat Jezus Heer van mijn leven wil zijn, Degene die alle touwtjes in handen heeft. Leven uit genade en niet uit verdienste. Veel leerlingen van Jezus knapten daar op af! "‘Daarom heb ik jullie gezegd,’ zei hij, ‘dat iemand alleen bij mij kan komen als het hem door de Vader gegeven is.’ Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee." (Johannes 6:65-66)
Jezus volgen, is achter de feiten aan lopen. Je laten inschakelen voor wat Hij wil en voor Zijn evangelie. Paulus schrijft aan de Filippenzen: "Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk, telkens wanneer ik voor u allen bid. Dat doe ik vol vreugde, omdat u vanaf de eerste dag tot nu toe hebt bijgedragen aan de verspreiding van het evangelie. Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus. (Filippenzen 1:3-6) Hij ziet, dat ze zich hebben laten inschakelen en dat ze zich laten gebruiken als instrument. En dat mag in het vertrouwen, dat God het werk dat Hij begint ook af zal maken.
Zo wil God mensen inschakelen voor Zijn werk. Voor iedereen heeft Hij een taak: "God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken." (1 Korinthiërs 12:28) En God wil, dat we die taak ook serieus nemen. Zo zegt Paulus: "En zeg tegen Archippus: ‘Let erop dat u de taak die u van de Heer hebt ontvangen, ook vervult.’" (Kolossenzen 4:17)
Aan de slag!
Niet vrijblijvend dus! Dat blijkt ook uit de gelijkenis die Jezus vertelt in Lucas 19: Een belangrijke man gaat op reis om koning te worden. Aan tien van zijn dienaren geeft hij 100 drachme om er handel mee te drijven. Na zijn terugkomst roept hij hen bij zich. Zij die aan het werk zijn gegaan worden rijkelijk beloond. Maar wie niet aan het werk is gegaan, wordt alles afgenomen. Deze dienaar was niet gericht op zijn heer, maar op zichzelf. Hij was bang voor de strengheid van zijn heer en zo werd de angst zijn heer! En waar de angst regeert, treedt verlamming op. Het houdt hem in zijn greep en maakte hem tot slaaf. Zijn lichaam werd een tempel van de angst en geestelijk was hij zo verbonden met de machten van het kwaad. En dan staat hij met lege handen! “Ik zeg jullie: wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen." (Lucas 19:26)
En dan zijn er in de gelijkenis nog de mensen, die helemaal niet wilden dat hun heer koning werd. Ook daarover is het oordeel niet mals: "En die vijanden van mij die niet wilden dat ik koning over hen werd, breng hen hier en dood ze voor mijn ogen." (Lucas 19:27) Wie niet achter Gods feiten aan wil lopen en niet wil dat Hij het voor het zeggen heeft in zijn leven, heeft geen toekomst. "Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat wel doet, zult u zeker sterven." Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven." (Romeinen 8:12-13)
Toekomstperspectief
Wie Jezus volgt loopt altijd achter de feiten aan én mag rekenen op een geweldige toekomst: "Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – (Openbaring 21:3-5)
Het is mijn verlangen om achter Gods feiten aan te lopen. Loop je mee?
Mooi geschreven! We kunnen inderdaad het beste achter Gods feiten aanlopen. Dank je voor het delen.
BeantwoordenVerwijderen