zaterdag 26 september 2020

Werp je netten uit

Al jaren gaan we (bijna) wekelijks de straat op om te evangeliseren. In de laatste 3,5 jaar hebben we al meer dan 10.000 contactkaartjes mee gegeven. Afgelopen week vroegen we onszelf af: hoe komt het toch, dat de mensen, waar we later echt nog contact mee hebben kunnen houden, op een paar handen te tellen zijn? Waarom zien we zo weinig vrucht?

Natuurlijk kunnen we onszelf moed in praten. Want we horen ook wel van mensen, die we ooit eens gesproken hebben terug, dat ze ons kaartje nog in hun portemonnee hebben, of hij hangt op de koelkast, of hij ligt op het nachtkastje. Mensen bewaren hem als bemoediging. En dan hopen we maar dat ze misschien de moed hebben om contact op te nemen als ze het ooit wél nodig hebben. En ja, we weten ook: "Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend." (Jesaja‬ ‭55:11‬)
Maar toch ... het knaagde ... En we baden er voor. 'Heer, waarom zien we zo weinig vrucht? Wat doen we verkeerd?' We werden geleid naar Lucas 5, waar we lezen: "En het gebeurde, toen de menigte op Hem aandrong om het Woord van God te horen, dat Hij bij het meer Gennesaret stond." (Lukas‬ ‭5:1‬‭) In groten getale komen de mensen op Jezus af. Ze hebben geestelijke honger! Ze hadden maar één verlangen: Gods Woord horen! En Jezus gaat hen voeden.

Werp je netten uit
Bij het meer zijn enkele vissers bezig hun netten schoon te maken: Simon Petrus, Jacobus en Johannes. Jezus stapt bij Simon Petrus in de boot en vraagt hem een stukje uit te varen, zodat Jezus de menigte toe kan spreken. Eigenlijk wilde Hij verder, want Hij had gezegd: "Maar Hij zei tegen hen: Ik moet ook andere steden het Evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, want daarvoor ben Ik uitgezonden." (Lukas‬ ‭4:43‬)

Ook de drie vissers horen de krachtige boodschap van Jezus. Ze weten niet dat Jezus speciaal voor hen nóg een boodschap heeft. Nadat Jezus klaar is met Zijn onderwijs aan de hongerige mensenmassa, geeft Jezus Simon Petrus een opdracht: "Vaar naar het diepe gedeelte en werp uw netten uit om te vangen." (Lukas‬ ‭5:4‬) Simon Petrus wordt er totaal door overvallen. Zeker ook omdat het niet gebruikelijk is om op klaarlichte dag te gaan vissen. "Maar Simon antwoordde en zei tegen Hem: Meester, wij hebben heel de nacht gewerkt en niets gevangen, maar op Uw woord zal ik het net uitwerpen." (Lukas‬ ‭5:5‬)

Het gezag van Jezus' woorden wint het van zijn visserslogica. Hij gaat, hij vist en de vangst is onvoorstelbaar! Er is een extra schip nodig om alles mee te krijgen. En Simon valt in aanbidding voor Jezus neer. En niet alleen hij. "Toen Simon Petrus dat zag, viel hij neer voor de knieën van Jezus en zei: Heere, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens. Want grote verbazing had hem en allen die met hem waren, bevangen, over de vangst van de vissen die zij gedaan hadden; en evenzo ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die metgezellen van Simon waren. En Jezus zei tegen Simon: Wees niet bevreesd, van nu aan zult u mensen vangen. En nadat zij de schepen aan land gebracht hadden, lieten zij alles achter en volgden Hem." (Lukas‬ ‭5:8-11‬) Tot nu toe waren ze vissers op het water. Maar nu keert Jezus als het ware hun blik naar de hongerige mensenmassa: 'Zij zijn het waar ik jullie vanaf nu voor wil gebruiken.'

Later lezen we hoe Jezus hun eigenlijk aan dit moment herinnert: "En toen Jezus dit hoorde, vertrok Hij vandaar met een schip naar een eenzame plaats, alleen; en de menigte, die dat hoorde, volgde Hem te voet vanuit de steden. En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken. Toen het avond werd, kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en de tijd is nu verstreken; stuur de menigte weg, zodat zij naar de dorpen kunnen gaan om voor zichzelf voedsel te kopen. Jezus zei echter tegen hen: Het is niet nodig dat zij weggaan, geeft u hun te eten." (Mattheüs‬ ‭14:13-16) Eigenlijk klinkt hier in door: 'Hier had ik jullie toch voor geroepen? Juist voor déze mensen? Voor deze 'schapen zonder herder'?

De les van broeder Yun
'Heer, waarom zien we zo weinig vrucht?' Terwijl we met deze vraag bezig waren, lazen we een prachtig hoofdstuk getiteld 'Vissers van mensen' uit een indrukwekkend boek, geschreven broeder Yun uit China. En het raakte ons diep! We citeren een stukje uit dit hoofdstuk:

Christen, voel je je als Petrus, nadat hij de hele nacht had gewerkt maar geen enkele vis had gevangen? Heb je jezelf ervan overtuigd dat er geen vis meer in de zee zit? Hebben je kerkprogramma's al zo lang geen nieuwe vissen in hun netten gekregen dat je maar liever op het strand blijft en je netten spoelt, omdat je geen teleurstellende vistocht meer aankunt? Veel gemeenten doen niet meer aan evangeliseren, omdat 'ze het geprobeerd hebben en het niet werkte.'

Veel christenen horen Gods stem die hen roept vis te vangen voor het koninkrijk van God, maar net zoals Petrus, Jakobus en Johannes geloven ze niet dat er nog vissen in het water zitten. Hoe vaak hoor je christenen niet zeggen: 'Niemand in deze omgeving heeft nog belangstelling voor het evangelie' of: 'De harten van de mensen zijn zo hard'? Dit is niet waar! Heb je er ooit aan gedacht dat het probleem misschien is dat jouw visserij niet onder de leiding staat van de Here Jezus Christus? Misschien heb je jarenlang je netten op de verkeerde plaats uitgegooid. Ik garandeer je dat er overal om je heen vissen zwemmen. Je moet ermee ophouden op jouw manier te vissen: ga vissen onder Jezus' leiding.

Petrus ving niets toen hij en zijn vrienden het in eigen kracht deden. Zij waren ervan overtuigd dat er geen vis meer zat. Maar toen ze het opgaven en God de leiding gaven over hun inspanningen, wat gebeurde er toen plotseling? Toen 'zwom er zo'n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren' (Luc. 5:6).

Ik hoop zó dat je dit begrijpt. Wanneer wij proberen de Heer te dienen en het evangelie te verkondigen in eigen kracht, met onze eigen programma's en initiatieven, dan schieten we tekort. Algauw overtuigen wij onszelf dat het probleem niet bij ons ligt, maar bij de 'onverschillige heidenen' die geen belangstelling hebben voor het evangelie. Maar wanneer we leren wat het echt betekent om onszelf zonder voorbehoud helemaal aan God over te geven, waarbij we Hem vragen ons te vullen en ons meer kracht te geven, dan zijn we op de plaats waar God ons voor zijn glorie kan gebruiken. Zolang je God zoekt om 'jouw' bediening te zegenen, verdoe je je tijd. Hij zegent alleen zijn bediening die op zijn manier uitgevoerd wordt, onder zijn leiding. Wanneer we ten slotte al onze nutteloze programma's beëindigd hebben en het wanhopig opgeven, zal Jezus er zijn om ons een betere manier te laten zien - Zijn manier. Hij zal ons vertellen waar we onze netten moeten uitgooien, en we zullen verbaasd zijn dat ze uitpuilen van de vissen.

(Uit: Broeder Yun: In vlam voor Jezus, Uitg. Medema)

Dat kwam binnen! Herkenbaar én confronterend! Hoe vaak hebben ook wij niet de oorzaak buiten ons zelf gezocht! 'Heer, vergeef ons ons ongeloof en kleingeloof!' Hebben we het lef om onze manieren, onze visie, onze strategie los te laten en dat te gaan doen wat Jezus ons opdraagt, ook als we er volledig voor uit onze comfortzone moeten komen?

De oogst is groot
Jezus laat zien: er is vis genoeg! En later zegt Hij: "De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt." (Lukas‬ ‭10:2‬) Het zit hem niet in de hoeveelheid vis, het zit hem niet in te weinig beschikbare oogst, maar in de vissers en de arbeiders! Net voordat Jezus zegt, dat er arbeiders te weinig zijn, lezen we: "Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben." (Mattheüs‬ ‭9:36‬)

Alles overwegende zijn er twee dingen die we ons plotseling beseffen! Ten eerste, dat in al de aangehaalde teksten, Jezus temidden van de Joden is; Gods eigen volk. Gelovigen dus! Mensen die opgegroeid waren met God en met Zijn Woord! Geen heidenen. Ze kennen de Schriften, maar begrijpen het niet. En over hén zegt Jezus dat de oogst groot is. Trekken we dat door naar nu, dan zien we dat wat toen (en nog steeds!) voor het Joodse volk geldt, ook toepasbaar is op Christenen. Wat spreken we op straat, maar ook op andere momenten veel mensen, die zich verloren voelen, dwalend als een schaap zonder herder, hongerig maar niet gevoed wordend, verlangend naar een relatie met God maar niet wetend hoe! De oogst is groot!

Dat brengt ons meteen ook bij het tweede punt van besef: Jezus was bewogen om de mensen, om Zijn volk, dat helemaal de weg kwijt was. Maar misschien was Jezus wel veel meer bewogen over het gebrek aan arbeiders! De mensen hadden (en hebben!) zoveel honger, maar waar zijn de vissers, de herders, de arbeiders? Waar zijn de mensen, die bereid zijn om hun eigen bezigheden, hun eigen maniertjes, hun eigen programma’s, hun eigen visie los te durven laten en die net als Simon Petrus op de knieën vallen en zeggen: "Heere, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens." (Lucas 5:8) 

Er is zóveel geestelijke honger. Onder mensen die God nog niet kennen, maar zeker ook onder hen die God al wél kennen! 'Heer, waarom zien we zo weinig vrucht?' Durven we de hand in eigen boezem te steken, alles los te laten en écht het evangelie te verkondigen in volledige gehoorzaamheid en overgave? Zijn we bereid om "naar het diepe gedeelte te varen en daar onze netten uit te gooien"

"Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent." ‭‭(Johannes‬ ‭15:8‬)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten