zondag 6 september 2020

Durf ik écht te vertrouwen?

De hele maatschappij is ontwricht door de corona-maatregelen. Al maandenlang wordt het nieuws er door beheerst. De angst regeert. In een gesprek dat ik onlangs had vroegen we ons hardop af: In hoeverre gaan we hier als Christenen nu écht anders mee om? We zeggen wel dat we op God vertrouwen, maar dóen we dat wel echt? En zo ja, waar blijkt dat dan uit?

Geregeld hoor ik prachtige oneliners. 'We moeten de overheid toch gehoorzamen?' 'Juist als Christenen moeten we toch het goede voorbeeld geven?' 'We mogen anderen toch niet in gevaar brengen?' Het klinkt prachtig. Maar zit daar eigenlijk niet gewoon dezelfde angst onder? Angst om ziek te worden? Angst om een boete te krijgen? Angst om aangesproken te worden op ons gedrag? 'Je oma of iemand met een kwetsbare gezondheid zal maar ziek worden door jouw toedoen en overlijden! Dat wil je toch niet op je geweten hebben?'

Terwijl ik dit biddend aan het overdenken was, kreeg ik Spreuken 3:5-6 in gedachten: "Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken." 

Het woord dat vertaald is met 'rechtmaken' heeft een bredere betekenis. Je zou ook kunnen zeggen 'dan zal Hij je pad in de juiste richting laten lopen'. Dat wil dus niet zeggen, dat het een vlakke weg is, zonder enig obstakel. In de Bijbel lezen we vele voorbeelden waar we zien, dat God gehoorzamen en Jezus volgen niet de makkelijkste weg is; integendeel! Maar uit diezelfde voorbeelden leren we wel, dat als we ons vertrouwen inderdaad volledig op God stellen, Hij ons écht de juiste weg wijst. Zoals Psalm 23:4 zegt: "Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij." En Psalm 16:8: "Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet."

Maar daarvoor moeten we wel écht ons vertrouwen op Hem stellen. Dat betekent vooral heel veel los laten! Al het andere los laten waar we ons vertrouwen op stellen. "Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon." (Mattheüs‬ ‭6:24‬) We kunnen niet én God vertrouwen én geregeerd worden door angst voor een virus.

Laten we eens kijken welke principes Psalm 115 ons aanreikt voor de tijd waarin we leven en het daar eens heel concreet op toe passen. Lees, voordat je verder leest, deze psalm eens door. En lees dan hier weer verder.

Dit zijn de principes die ik er uit haal:
  1. God álle eer geven! (vers 1) Dat betekent, dat ik niets anders de eer geef en mijn hoop dus niet op mensen stel. Niet op mezelf door me strikt aan alle opgelegde regels te houden, niet op politici, niet op wetenschappers, niet op mensen met grote fondsen ... Zeker, God kan het gebruiken. Maar geef ik ook dan Hém alleen de eer?
  2. De mensen, die God niet kennen, geen aanleiding geven om te twijfelen aan God. Als ik niet werkelijk anders om ga met de hele Coronacrisis dan mensen die God niet kennen in hun leven, als ook ik me laat leiden door angst, als ook ik me in een tegennatuurlijk keurslijf laat duwen, waarin ben ik dan anders? Geef ik dan, zonder het uit te spreken, niet aanleiding aan mensen om te zeggen "Waar is dan je God?"
  3. Geen door mensen gemaakte afgoden achterna lopen. (vers 8) In hoeverre is het vaccin dat ons in het vooruitzicht wordt gesteld de afgod van deze tijd? Want als dát er eenmaal is, dan zijn we veilig en dan kunnen we weer terug naar normaal. Toch? Maar in hoeverre belemmert dit mijn volledige vertrouwen op God? En opnieuw: God kan het allemaal gebruiken. Maar laat dit niet de 'smoes' zijn om echt eens aan jezelf de vraag te stellen: Zijn alle maatregelen en het beloofde vaccin niet eigenlijk mijn afgoden geworden?
  4. Volledig er op vertrouwen dat God mijn hulp en mijn schild is en mij overvloedig zal zegenen; wat er ook gebeurt. (vers 9-16) Waarom? Omdat Hij alles geschapen heeft! "De HEERE zal Zijn werk voor mij voltooien; Uw goedertierenheid, HEERE, is voor eeuwig; laat de werken van Uw handen niet los." (Psalm‬ ‭138:8‬) De Bijbel staat vol met voorbeelden waarin dit waarheid is gebleken. En nog dagelijks hoor ik getuigenissen van Christenen, die hetzelfde vertellen! God is dezelfde vandaag als die Hij altijd geweest is en altijd zal zijn!
  5. Gebruik de tijd die je nog krijgt om God álle eer te geven! "De doden zullen de HEERE niet prijzen, evenmin al wie in de stilte neergedaald zijn. Maar wíj zullen de HEERE loven, van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja!" (Psalm‬ ‭115:17-18‬) Onze tijd is beperkt. Is elke invulling van mijn tijd gericht op God de eer te geven? Of laat ik het verloren gaan door me bezig te houden met zaken van de wereld. Gebruik ik mijn kostbare tijd om te getuigen van Hem? Misschien alleen al door anderen geen énkele aanleiding te geven om te zeggen "Waar is dan hun God?" Grijp ik elke gelegenheid aan die God me geeft om Hém alle eer te geven? Het kan nu nog!
En lees dan nu, voor je hier verder leest, Psalm 146 eens.

Na de lessen van Psalm 115 worden deze in Psalm 146 nog eens dik onderstreept:
  1. Gebruik de tijd die je nog hebt om God te loven en, let op, psalmen te zingen voor Hem! (vers 1-2) Door de hele Bijbel heen lezen we dat er gezongen wordt tot eer van God. Voortdurend worden we daar toe opgeroepen. Een gemeente die niet zingt past niet in dit beeld! Ben ik bereid om de Bijbel hierin meer te gehoorzamen dan mensen? Niet om moedwillig ongehoorzaam te zijn, maar omdat God door ons loflied verheerlijkt wil worden.
  2. Verwacht je redding niet van mensen die de macht hebben. (vers 3-4) Wereldleiders en wetenschappers kunnen grootse beloften doen en grootse plannen maken. Maar wat blijft er over wanneer zij sterven?
  3. God, de Schepper van hemel en aarde, is trouw. Hij ziet om naar de verdrukte, naar wie honger heeft, naar wie gevangen zit, naar wie onder moeite gebukt gaat, naar wezen en weduwen, naar vreemdelingen. (vers 5-9) "Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij." (Deuteronomium‬ ‭32:4‬) En als God zo is, dan zullen ook Zijn kinderen zo herkenbaar moeten zijn. Maken wij het verschil in deze wereld? Ook als dat tegen menselijke regels in gaat? Ook als we daarvoor een boete krijgen? Wat mag 'recht doen' ons kosten? "Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is. En wat vraagt de HEERE van u anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God." (Micha‬ ‭6:8‬)
  4. God regeert tot in eeuwigheid. (vers 10) Durf ik óver mijn aardse werkelijkheid heen te kijken? Laat ik me leiden door de omstandigheden in het hier en nu, zoek ik hier mijn veiligheid en zekerheid? Of kijk ik vérder, naar wat vóór mij ligt?
"Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechter hand van de troon van God. Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen." (Hebreeën‬ ‭12:1-3‬)

Durven we God werkelijk meer te vertrouwen dan wie of wat dan ook in deze wereld? Durven we écht te leven vanuit de belijdenis, dat "Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is." (1 Johannes‬ ‭4:4‬)? Zo ja, wat betekent dat concreet voor hoe wij herkenbaar zijn in de tijd waarin we nu leven? Zien de mensen om ons heen werkelijk het verschil bij ons? En hebben we het lef om als kerk gewoon samen te komen? Of belijden we deze tekst wel, maar geloven we het niet met heel ons hart? Durven we op te staan en te zeggen: 'Tot hier en niet verder!'? Durven we een Daniel te zijn? Zijn we God meer gehoorzaam dan mensen (Handelingen 5:29)?

"Zo'n vertrouwen nu hebben wij door Christus op God. Niet omdat wij van onszelf bekwaam zijn iets te denken, als was het uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God. Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend." (2 Korinthe‬ ‭3:4-6‬)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten